De proef met bakken van stenen met vervuilde klei is geslaagd. Een steenfabriek in het Gelderse Angeren heeft voor het bedrijf Claybens 50.000 stenen gebakken. Onafhankelijke tests bevestigen dat de bakstenen schoon zijn, veilig voor gebruik in de bouw en voldoen aan alle kwaliteitsnormen.
Het is voor het eerst in Nederland dat op industriële schaal met PFAS-vervuilde klei is gebruikt. De klei komt uit Doetinchem. Aan de Voltastraat was de bodem vervuild door 1.300 lekkende vaten blusschuim. In contact met Claybens zocht de gemeente Doetinchem een oplossing. Claybens heeft een techniek ontwikkelt om PFAS-klei om te zetten tot schone bakstenen. In samenwerking met de provincie Gelderland is de proef uitgevoerd. “We hebben succesvol geïnvesteerd in innovatie. Nu is het tijd om deze methode breder toe te passen”, reageert gedeputeerde Ans Mol.
Hoge temperatuur
De bakstenen worden lange tijd gebakken op temperaturen van 1.000 tot 1.200 graden Celsius. Temperatuur en tijdsduur betekenen dat de chemische verbindingen waaruit PFAS bestaat, kapotgaan. De proef bewijst dat in de bakstenen geen PFAS meer is gemeten. De chemische stoffen worden vernietigd in de oven en zijn ook niet terug te vinden in de luchtemissies.
Oplossing
Claybens werkt al 4 jaar aan deze oplossing. Eerst in een laboratoriumopstelling en daarna steeds een stapje groter. In 2024 startte Claybens met partners uit de keten de eerste industriële pilot met vervuilde klei uit Doetinchem. In deze pilot verwerkte Claybens PFAS-klei tot 50.000 schone bakstenen. Het resultaat is een duurzaam alternatief voor het storten van PFAS-klei.
Het bedrijf Claybens voerde de pilot uit in samenwerking met onder andere de gemeente Doetinchem en provincie Gelderland. Omgevingsdienst Regio Arnhem verleende de vergunning en hield toezicht op de proef.
Omgevingsdienst
PFAS is een groot landelijk (zelfs wereldwijd) probleem. “Het zit bijna overal in de bodem, maar officieel mogen en kunnen we er weinig mee. De enige optie is: opgraven en naar de stort brengen. Maar dat lost niets op. Daarom zoeken we naar andere, veilige manieren om verantwoord met PFAS om te gaan. Deze pilot bood zo’n kans”, vertelt vergunningverlener Erwin van de Ven van Omgevinsdienst Regio Arnhem (ODRA).
ODRA verleende de vergunning voor deze pilot en was vanaf het begin betrokken. “Eerst wilden we precies weten wat de projectgroep van plan was, hoe ze het onderzoek wilden aanpakken en of het veilig kon. Het is onze rol om kritische vragen te stellen en te onderzoeken wat de wettelijke ruimte is. Toen alle puzzelstukjes op hun plek lagen, hebben we de vergunning opgesteld”, vertelt Van de Ven.
Evalueren
Komende tijd wordt de proef geëvalueerd. “We zoeken steeds naar wat wél mogelijk is. We willen bijdragen aan een veilige, duurzame en gezonde leefomgeving waarin iedereen goed kan wonen, werken en leven. Dan lossen we niet alleen een probleem op, maar voorkomen we ook dat PFAS van de ene plek naar de andere wordt verplaatst”, aldus Van de Ven.
Fotobijschrift: In het midden Gedeputeerde Ans Mol van Gelderland